maandag 1 december 2008

Het spookbos



Na de kerkdienst besloten Ron en ik dat we eens een gezellige middag met elkaar door zouden brengen, we brengen heel veel middagen met elkaar door, maar het gaat hier met name om een 'gezellige middag' vrij van verplichtingen, opruimen, afstoffen en 'je moet die en die even terugbellen.'

We besloten lekker een filmpje te huren, maar toen we langs de videotheek reden was deze nog dicht, we konden kiezen, een half uur in de kou of een DVD halen uit de automaat, blijken ze net alle films die wij willen zien niet te hebben, balen dus.

Verder fietsen, we stopten, stapten af en liepen ineens in een bos, overal stonden dennenbomen, ik hoorde de vogeltjes tjirpen, er stonden vogelhuisjes en planten. We genoten van de prachtige natuur en de heerlijke geuren. Ineens zagen we een hert, Ron en ik kropen in de bosjes en slopen zonder geluid te maken op het dier af, maar we waren geschokt toen we vlakbij kwamen, het dier was opgezet!

In schok doken we de bosjes weer in, we wisten niet hoe snel we weg moesten kruipen, de stroper kon namelijk ieder moment verschijnen. We kropen verder en kwamen bij een meer, daar zagen we opgezette pinguins en een opgezette ijsbeer. Ik barste in tranen uit, hoe kon iemand zulke prachtige beesten nou doden en opzetten? We kropen verder en kwamen bij de hut van de stroper aan, het was een houten hutje en er stond een haardvuur voor, we wachten een hele tijd, tot we zeker wisten dat de stroper niet in de buurt was. Toen renden we de bosjes uit, over de open vlakte waar het hutje stond.

We renden en renden en renden en net toen we stemmen horen schoten we in de varens die netjes opgesteld in rijen stonden. Daar kregen we de ratten en konijnen in het oog. De stroper had ze al gevangen en in kooien gedaan, maar hij had nog niet de kans gehad om ze te doden en op te zetten. We kropen tot vlakbij de kooien en maakten ze open, de ratten en konijnen zetten het op een lopen. Ze waren vrij.

We praatten zachtjes over de stoper, hij leek ons erg gevaarlijk, hij had ten slotte een ijsbeer weten te doden. We besloten dat we wapens moesten verzamelen, we hadden sneeuw gezien bij het hutje van de stoper, dus we slopen weer terug. Er lag een hele stapel sneeuwballen die we snel pakten en meenamen de bosjes in. Daar wachten we tot de stroper terug zou komen, maar hij kwam maar niet. We wachten en wachten en wachten, tot onze knieeen koud werden en onze tenen sliepen. Toen hielden we het niet meer, we slopen naar de hut en begonnen het dak eraf te slopen, zo zachtjes als we maar konden, we hoopten namelijk op deze manier zijn stroperige gewoonte te vertragen.

Ineens stond er een agent bij ons, we waren blij hem te zien en begonnen te vertellen over de stroper en over de ijsbeer. Maar hij wilde niet naar ons luisteren, hij pakte ons vast, sleurde ons langs de kassa en gooide ons naar buiten. Daar pakte we onze fiets die onder het Life&Garden bord stond en fietsen naar huis.

Geen opmerkingen: