donderdag 9 oktober 2008

Johannes en Jacobus


Als er twee mensen in de Bijbel zijn die ik niet begrijp, dan zijn het Johannes en Jacobus in hun wij-wandelen-drie-jaar-met-Jezus-tijd. Daarom wijdt ik een blog aan hen.

Twee stoere rauwdouwers zijn het, twee stoere jongens, op de basisschool waren alle meisjes al verliefd op ze, ze weten wat ze willen en ze gaan ervoor. Daarom kiest Jezus hen ook uit, al die nerdjes zoals Petrus en Levi, kon Jezus wel twee echte kerels gebruiken en daarom koos hij de twee gebroeders Johannes en Jacobus.

Sprong Petrus uit de boot Jezus tegemoed, dan bleven deze mannen koelbloedig in de boot zitten, stel je voor. Stelde Petrus allerlei domme vragen, Johannes en Jacobus bleven zwijgzaam zitten en schudde hun wijze en stoere hoofd.
En hoe denk je dat Jezus die tocht door Samaria kon ondernemen? Omdat hij deze twee sterke beren bij zich had.

Ik vind het dan ook niet meer dan normaal dat deze twee broers ervan uitgingen dat zij beide aan een zijde van Jezus zouden zitten, zij hadden zeker meer recht dan de andere 10 nerdjes met wie zij optrokken, ik bedoel, natuurlijk zou Petrus niet naast Jezus mogen zitten in het paradijs, duh.

Alleen was het probleem wel of links aan de zijde van Jezus van voren of van achteren gezien was, want links van voren gezien is rechts en rechts van voren gezien is links. En over dit lastige wiskundige vraagstuk bogen onze nieuw-testamentische Ezau's zich.
Tot ze het niet meer hielden, ze wilden het weten, maar ze wilden natuurlijk niet zo dom overkomen als Petrus, met al die domme vragen van hem iedere keer en dus, ja, ze bedachten een idee: ze stuurden hun mama erop af!

Aiaiai ze hadden het misschien beter zelf kunnen vragen, want toen ik las dat zij hun moeder erop af stuurden, slonk mijn beeld van hen opeens, deze 'zonen van de donder' werden in mijn ogen opeens een stelletje mietjes. Zelfs Petrus was in mijn ogen stoerder, die stelde zijn domme vragen in ieder geval zelf!

Op het moment dat ik zo eens nadacht over deze twee mannen, kreeg ik mijn twee degoes
en toen stond ik voor de lastige taak hen een naam te geven. Ik hield ze vast, maar ze zijn zo snel en druk, ik moest meteen denken aan de 'zonen van de donder' en zo heten ze dan ook "Johannes en Jacobus." Maar eerlijk gezegd heten ze niet alleen maar zo omdat zij zo wild zijn en mij herinneren aan de donder, zoals Johannes en Jacobus Jezus herinnerde aan de donder. Nee, mijn degoes zijn ook nog eens ontzettend schattig en iedere keer als ik naar ze kijk moet ik lachen, net zoals ik moet lachen om het verhaal van Johannes, Jacobus en hun mama.

Geen opmerkingen: