vrijdag 29 augustus 2008

De mierenbegravenis


Het was een zware dag gisteren, ik heb belissingen moeten maken die een mens niet zou moeten maken. Een beslissing over leven en dood, een beslissing over voortbestaan of elimineren, een beslissing die mijn hart brak.

Mijn antworks stond op mijn bureau, blauw met mooie lampjes eronder, in een van de tunnels lagen een aantal lijken op elkaar, achter de blauwe gel zaten nog een paar geplette mierenlijkjes en in de andere tunnel was een mier aan het zwoegen om zijn dode kamaraad tot leven te brengen.

Ik opende mijn antworks, keek naar het geheel, zoals ik naar een film over loopgraven zou kijken en besloot dat dit niet zo door kon gaan. Ik pakte een nagelvijl en begon dode mierenlijkjes uit de gel te halen, maar de vijl was niet zo'n goed idee, hij duwde de lijkjes alleen maar verder de gel in. Ik zag mijn nog levende vriendjes kijken, ze riepen in pijn uit 'WHY?'

Ik pakte een sateprikker en liep naar de badkamer en daar deed ik iets wat ik in blind verdriet heb gedaan: 'ik spoelde de dode en levende miertjes door de gootssteen.' Ja, je leest het goed ik heb deze kleine wezentjes vermoord. Eentje probeerde zich nog vast te houden aan het gootsteenputje met zijn twee kleine voorpootjes, maar ik deed de kraan aan en hij spoelde weg met een laatste schreeuw.

De lijkjes spoelden niet allemaal weg, dus ik moest de sateprikker gebruiken. Sommige miertjes lagen erbij alsof ze lekker lagen te slapen. Sommigen zaten vast en omdat ik iets te rigoreus met de sateprikker aan de slag ging werden enkelen van hen in tweeen getrokken. Uiteindelijk heeft ook het laatste mierenlijkje een zeegraf gekregen.

En daar stond ik dan, met de lege antworks in mijn handen, en ineens drong de verschrikkelijke keuze die ik had gemaakt tot me door. Ik had de levenden bij de doden begraven, zomaar zonder herinnering door de gootsteen. In gedachten dacht ik aan alle fijne momenten die ik met mijn wezentjes had gehad, toen ik ze voor het eerst ving, hun eerste hapje blauwe gel, hun eerste ontsnappingspoging toen de deksel niet goed dichtzat. En nu zomaar zonder grafsteen, verdwenen.

Maar ik heb ook troost gevonden, toen ik daar naar de met blauwe gel besmeurde gootsteen keek bedacht ik ineens dat ze helemaal niet zonder herinnering waren gestorven: ik heb over hun verteld op mijn blog, veel mensen hebben gelezen over mijn avonturen met mijn kleine vriendjes. En wie zegt dat de nog levende miertjes dood gingen door hun tocht door de gootsteenbuis en het afvoersysteem? Misschien hebben ze het wel overleeft, hebben ze een nieuwe koningin ontmoet en zijn ze weer als gelukkige miertjes in haar dienst getreden, hersenloos eten verzamelen voor de koningin, dat is toch wel het opperste geluk voor zo'n kleine wezentje.

Ik zie de zon lichten aan de horizon, hoop komt op zoals de zon opkomt.
Misschien ben ik op een dag aan het picnicken en zie ik ineens mijn broodje chocopasta weglopen. Dan til ik het broodje op en dan hangen daar een paar kleine miertjes aan, ze glimlachen naar me en we zullen elkaar knuffelen als lang verloren vrienden en ze zullen me bedanken dat ik ze gered heb uit die vreselijke kolonie, ze zullen me danken voor de liefde die ik ze heb gegeven toen ze in de antworks kwamen en ze zullen me danken dat ik ze heb vrijgelaten. Dan zullen ze hun koningin aan me voorstellen en schenk ik ze het broodje chocopasta. Ach wat is het leven toch gelukzalig!

1 opmerking:

Jodelieh Blue zei

jij spoort niet :)...erhm wat ga je nu met dat ding doen... Nog meer mieren het leven bezuren?